Stefan de Vrij hoopt in de komende dagen zijn rentree bij het Nederlands elftal te maken. De verdediger van Inter kende een sterk EK in Duitsland, maar miste de interlandperiode in september door een dijbeenblessure. Bondscoach Ronald Koeman selecteerde de inmiddels weer fitte De Vrij voor de komende interlands tegen Hongarije en Duitsland. Hij lijkt het centrale verdedigingsduo De Vrij - Virgil van Dijk weer in ere te herstellen.
De Vrij zag hoe Koeman generatiegenoten als Marten de Roon, Daley Blind en Georginio Wijnaldum bedankte voor hun diensten. De verdediger gaat ervan uit dat de bondscoach wél op hem rekent richting het WK van 2026. “Dat hoop en denk ik wel, maar dat hangt natuurlijk ook van mezelf af”, vertelt De Vrij, die in februari 33 jaar wordt, aan Voetbalzone. “Mijn focus, arbeid en instelling zullen altijd zo blijven. Ik denk dat dat ook gewaardeerd wordt.”
Lees ook: Oranje speelde 17 keer tegen Hongarije: dit waren de 3 mooiste interlands
De Vrij, goed voor zeventig interlands en vier interlandgoals, neemt spelen voor Oranje zeker niet voor lief. “Ik heb ook een tijdje niet gespeeld of ik werd helemaal niet opgeroepen. Op zulke momenten denk je wel: Shit, je gaat me toch niet vertellen dat ik mijn laatste interland al gespeeld heb? Gelukkig niet: ik ben hier nog steeds. Ik besef hoe bijzonder het is om hier elke keer weer te zijn. Het blijft altijd een eer.”
Het EK in Duitsland was een geweldige ervaring, ook al werd Nederland in de halve finale in extremis door Engeland geëlimineerd. Een schot van Ollie Watkins in de negentigste minuut uit een moeilijke hoek ging door de benen van De Vrij: 1-2. “Helaas hebben we net niet de finale gehaald”, blikt De Vrij, die niet één minuut miste en trefzeker was in de kwartfinale tegen Turkije, terug. “Al met al was het wel een prachtige ervaring, ook onderling met de groep. Ik heb die goal op dezelfde avond gelijk al tien keer teruggekeken. Daarna ga je op vakantie en probeer je het achter je te laten. Wat is gebeurd, is gebeurd.”
Lees ook: 15 jeugdinterlands ná debuut in Oranje in 2021: ‘Ik ben nog superjong’
“Het enige wat ik denk dat ik beter had kunnen doen was dat ik er bij zijn aanname nóg korter op had moeten zitten. Ik ga er nu met mijn rechterbeen naartoe en de bal schampt nog mijn kuit. Hij ging er net tussendoor. Ik geef hem zijn moeilijkste hoek, vanaf de buitenkant, dus ja... Dan heb je zoiets van: ik had mijn been iets dichterbij moeten zetten. Het zijn zulke kleine details op zo’n moment. Ik had er vooral na de aanname nog korter op moeten zitten, zodat hij nog minder ruimte had om te schieten.”
