Ruud Gullit is woensdagavond onderscheiden met de Fanny Blankers-Koen Carrièreprijs op het Sportgala van het NOC*NSF in Papendal. Na Johan Cruijff (2005) en Edwin van der Sar (2011) is hij de derde voormalig international van het Nederlands elftal die de prijs in ontvangst mag nemen. De oud-middenvelder kreeg de plaquette uit handen van oud-schaatsster Marianne Timmer, de winnares van 2018.
Om de allergrootste Nederlandse sportlegendes te eren, heeft NOC*NSF de Fanny Blankers-Koen Carrièreprijs ingesteld. Gullit, die tegenwoordig deel uitmaakt van de KNVB-commissie Mijnals - die de voetbalbond en de Rijksoverheid helpt bij het bestrijden van racisme en discriminatie, en het bevorderen van inclusiviteit in het voetbal - hield op het podium een pleidooi voor meer diversiteit in de bestuurlijke top van het voetbal.
Ruud Gullit ontvangt Fanny Blankers-Koen Carrièreprijs
"We hebben een vrouw als voorzitter (Marianne van Leeuwen, red.) bij de KNVB en Nigel de Jong als technisch manager", begon Gullit. "Mensen kiezen graag mensen die op hun zelf lijken. Dus als je alleen maar oude witte mannen in de top hebt, blijven er ook alleen maar oude witte mannen. Je moet mensen die anders zijn een kans geven. Anders laat je talent en boze mensen achter. Ik ben ontzettend trots dat er in de hogere regionen bij de KNVB dingen veranderd zijn."
Lees ook: Nederlandse sporters geëerd tijdens jaarlijkse Sportgala van NOC*NSF op Papendal
In 1987 werd Gullit verkozen tot Sportman van het Jaar. In datzelfde jaar won hij de Ballon d’Or, de prijs die toen nog werd uitgereikt aan de beste Europese voetballer van het jaar. Gullit droeg de trofee destijds op aan de Zuid-Afrikaanse antiapartheidsstrijder Nelson Mandela, die op dat moment nog in de gevangenis zat. De 66-voudig international was de eerste gekleurde aanvoerder van Oranje en leidde Nederland in 1988 naar de eerste Europese titel.