Feyenoord heeft de terugkeer van Robin van Persie bevestigd. De oud-spits van het Nederlands elftal gaat als hoofdtrainer aan de slag in De Kuip. De 41-jarige Van Persie komt over van sc Heerenveen en is in Rotterdam de opvolger van de ontslagen Brian Priske. De topscorer aller tijden van Oranje begint maandag aan zijn nieuwe klus en zet zijn handtekening onder een contract tot de zomer van 2027.
Als speler was Van Persie in twee verschillende periodes actief als speler van Feyenoord. Tussen 2001 en 2004 beleefde de in Rotterdam geboren aanvaller in De Kuip zijn doorbraak in het betaald voetbal, waarmee hij de weg plaveide voor een fraaie loopbaan. Na omzwervingen in Engeland (Arsenal, Manchester United) en Turkije (Fenerbahçe) keerde het kind van de club in 2018 terug op het oude nest, om zijn voetbalschoenen een jaar later aan de wilgen te hangen. Na zijn actieve loopbaan ging de oud-spits als jeugdtrainer aan de slag bij Feyenoord. Afgelopen zomer besloot hij echter dat het tijd was om op eigen benen te gaan staan en verkaste hij naar Friesland. Met sc Heerenveen beleefde hij wisselvallig seizoen.
Robin van Persie terug bij Feyenoord
Van Persie laat sc Heerenveen achter op de negende plaats in de Eredivisie, met een negatief doelsaldo van -15. Dieptepunten in zijn periode in Friesland waren onder meer een 9-1 nederlaag bij AZ en de uitschakeling in KNVB Beker door de amateurs van Quick Boys. Daar staat tegenover dat het Heerenveen van Van Persie in december nog met 1-0 te sterk was voor regerend landskampioen PSV. Bij de Friezen leidt zijn vertrek echter tot 'opluchting'. De samenwerking tussen de oud-spits van het Nederlands elftal, zijn staf en de andere geledingen binnen de club verliep namelijk verre van optimaal. Dat schrijft de Leeuwarder Courant in een reconstructie over het afgelopen halfjaar.
Lees ook: Oranje-verdediger volledig door het slijk gehaald en ontvangt diepe onvoldoendes
Op 4 juni 2005 debuteerde Van Persie in het Nederlands elftal, in de WK-kwalificatiewedstrijd tegen Roemenië (2-0 winst). Zijn eerste interlanddoelpunt maakte hij al zijn tweede interland tegen Finland (0-4 winst), op 8 juni 2005. Toen hij op 11 oktober 2013 driemaal scoorde in het WK-kwalificatieduel tegen Hongarije (8-1), werd hij de opvolger van Patrick Kluivert als topscorer aller tijden van Oranje. Uiteindelijk kwam hij in 102 interlands tot 50 doelpunten. In 2017 speelde hij zijn laatste interland.