Memphis Depay was vrijdag na Nederland - Frankrijk (0-0) opvallend mild over zijn eigen sportieve prestatie. De spits van Oranje kreeg tijdens en na de tweede groepswedstrijd op het EK in Duitsland veel kritiek te verwerken, maar spaart zichzelf voor de camera van de NOS. Depay kreeg tegen Dayot Upamecano en William Saliba nauwelijks een poot aan de grond en grossierde in balverlies, met een passingsnauwkeurigheid van 63,2 procent.
NOS-verslaggever Thierry Boon confronteerde Depay na afloop van het duel in Leipzig met zijn zwakke prestatie. “Ik denk dat het een lastige wedstrijd was”, antwoordde de spits, die vervolgens naar verklaringen zocht voor zijn matige spel. “Ik stond vaak op een eiland. Ik denk dat zij vaak alles vastzetten aan één kant. Dan kwam er wel eens een bal bij mij, maar ik had weinig ondersteuning.”
Memphis Depay reageert op spel tegen Frankrijk
“Dan moet je de bal proberen vast te houden. Dat lukte een aantal keren helaas niet”, vervolgde Depay. “Dat moet beter, maar het was een lastige wedstrijd tegen natuurlijk een lastige tegenstander. Natuurlijk kennen ze ons ook goed en weten ze waar onze krachten liggen. Maar…”
Lees ook: Oranje op rapport: zware onvoldoendes voor één speler na Nederland - Frankrijk
Depay denkt dat Oranje na de 1-2 zege op Polen en de 0-0 tegen Frankrijk ‘er gewoon goed voor staat’. Komende dinsdag volgt de laatste groepswedstrijd tegen Oostenrijk. “We staan er gewoon goed voor. Volgens mij staan we qua doelsaldo bovenaan. Op naar de volgende wedstrijd: die moeten we gewoon gaan winnen. Dat zal ook niet makkelijk worden, maar ik vind dat we er prima in zitten. We hebben vandaag ook gescoord, maar helaas werd de goal afgekeurd. Ik denk dat we positief kunnen zijn.”
Lees ook: Koeman en ‘boosdoener’ reageren veelzeggend na zien van goal Simons
Aan het einde van het interview deed Boon nogmaals een poging om Depay kritisch aan de tand te voelen over zijn eigen prestaties. Depay benoemde dat hij naar eigen inzicht goed speelde tegen Polen. “Ik denk dat ik zeker tegen Polen lekker in de wedstrijd zat. Als je dan scoort, zegt iedereen: je hebt een fantastische wedstrijd gespeeld. Ik weet wat ik moet doen, ik houd mijn hoofd koel. Ik snap je vragen, maar ik weet wat ik goed en fout doe. Dat het beter moet, ben ik met je eens”, besloot hij toch nog enigszins zelfkritisch.