Volgens enkele spelers van het Nederlands elftal heeft Oranje geen ‘hoekschoppenprobleem’. Desondanks kwamen de laatste drie doelpunten die het team moest slikken uit een corner. In de vriendschappelijke interland tegen Duitsland kostte dat de zege (2-1), en in het EK-duel met Polen maakte Oranje vlak voor tijd nog de winnende (1-2).
Toplanden als Engeland en Frankrijk hebben al anderhalf jaar geen tegendoelpunt uit een hoekschop gekregen. Na afloop van het EK-duel met Polen baalde Virgil van Dijk dan ook tegenover de NOS. "Weer een goal uit een standaardsituatie", verzuchtte hij. Volgens de aanvoerder moest de ploeg dat eens goed analyseren en ook Denzel Dumfries was zich bewust van de kwetsbaarheid. Hij was dan ook opgelucht dat het Oranje ditmaal niet fataal werd. "We moeten voorkomen dat dat later dit EK wél gebeurt."
De laatste drie tegengoals van Oranje kwamen uit een corner
Ook doelman Bart Verbruggen gaf tegenover de NOS aan dat er nog over gesproken moest worden. "Maar we moeten er ook niet een té groot ding van maken. We hebben namelijk een hele hoop corners wel goed verdedigd." Oranje overweegt volgens Stefan de Vrij niet om een mannetje bij de tweede paal te positioneren bij hoekschoppen. De verdediger vindt ook niet dat het Nederlands elftal met een 'hoekschoppenprobleem' kampt. “Maar het is wel een aandachtspunt. We gaan niet gelijk iets heel anders doen, maar we hebben wel wat kleine aanpassingen gemaakt.”
Lees ook: Kylian Mbappé wil gewoon spelen tegen het Nederlands elftal
Op de WK’s van 2014 (Brazilië) en 2022 (Qatar) kreeg Oranje geen enkel tegendoelpunt rechtstreeks uit een hoekschop. "Nederland kiest nu voor zonedekking, zonder spelers bij de palen neer te zetten", legt Hoek uit. Hij was onder toenmalig bondscoach Louis van Gaal verantwoordelijk voor de spelhervattingen tijdens die twee toernooien. "Vijf spelers verdedigen hun gebied. Twee man staan ervoor om een eventuele korte corner op te vangen. En er zijn drie stoorders."
Eén nadeel aan zonedekking is volgens Hoek dat aanvallers inlopen en zich met snelheid voorwaarts kunnen afzetten om te koppen. Verdedigers moeten op hun beurt vanuit stand springen. "Aan de stoorders de taak om het de inlopende tegenstanders zo lastig mogelijk te maken." Tegen Polen was Joey Veerman zo’n stoorder, maar hij raakte Adam Buksa kwijt. De spits kwam in de zone tussen Van Dijk en Dumfries en kon de bal zo inkoppen.
Lees ook: Ronald de Boer slachtoffert twee Oranje-spelers tegen Frankrijk
De 2-1 in de oefeninterland tegen Duitsland is ook enigszins vergelijkbaar met de treffer van Buksa. Nicolas Füllkrug raakte zijn stoorder kwijt, Van Dijk kreeg de bal daarna niet weg en de Duitse spits kon scoren. Ook Verbruggen kon daar niks meer aan veranderen. Hoek: “Soms maak je als staf de keuze: onze keeper is zo goed, er hoeft niemand bij de palen. Wij maakten de keuze dat we daar wél iemand wilden. Daardoor heb je wel weer een speler minder om op een andere positie te gebruiken.” Volgens de oud-keeperstrainer is er echter (nog) geen reden tot paniek bij Oranje. "Je hoeft niet te veranderen van strategie. Je moet het alleen iets beter uitvoeren."