Joey Veerman hoopt op een basisplaats tijdens het EK in Duitsland, maar weet ook dat de concurrentie op het middenveld bij Oranje moordend is. Veerman, speelde dinsdagavond tegen Duitsland (2-1 verlies) zijn achtste interland. Voor de derde keer mocht de middenvelder, die links geposteerd stond, het vanaf de eerste minuut laten zien. Dat had mede te maken met het ontbreken van de geblesseerde Frenkie de Jong.
“Als Frenkie weer fit is, is dit waarschijnlijk zijn plek”, weet ook Veerman. In gesprek met NOS-journalist Jeroen Stekelenburg sprak hij over de posities waar hij bij Oranje uit de voeten kan. “Links op het middenveld is al een tijdje mijn positie. Tegen Borussia Dortmund twee keer en in de topwedstrijden in Nederland heb ik regelmatig op zes gespeeld. Dan kom je ook vaak op rechts uit. Dat terrein is dus niet onbekend voor mij.”
Lees ook: Xavi Simons wekt grote irritatie met boycot bij Oranje
Veerman, 25 jaar, zou graag van grote waarde zijn voor Oranje tijdens het komende eindtoernooi, maar blijft realistisch. “Het zou heel mooi zijn om vanaf de aftrap te mogen beginnen op het EK. Maar ik ben er nu vijf, zes periodes bij en ben al heel blij als ik mee mag. Ik krijg ook best veel minuten van de bondscoach.”
Veerman probeert het beste te maken van de minuten die hij van bondscoach Ronald Koeman krijgt, maar weet ook dat dat mogelijk niet genoeg is. “Ik doe er alles aan om mezelf in de basis te spelen, daar streef ik naar. Het is aan mij om mijn rol goed in te vullen. Ik moet ermee dealen dat de beste speler van het Nederlands elftal op mijn positie staat. Dat is nou eenmaal zo.”
Lees ook: Koeman in opstand: ‘Ik ga samen met grote landen lobbyen’
Veerman blikte terug op zijn vroege openingstreffer. “Ik heb een tijdje geleden voor het laatst een goal gemaakt. Volgens mij uit tegen FC Twente (op 25 november, red.)”, weet de middenvelder nog. "Het was al een tijdje geleden, dus het werd wel weer eens een keer tijd.”
Toen Veerman de beelden van de goal en zijn juichen daarna terugzag, leek hij enigszins verbaasd te zijn. “Op dat moment zit je in een soort bubbel als je je eerste goal voor Nederland maakt. Normaal juich ik altijd heel intens als ik scoor, maar dat was volgens mij nu een beetje rustig. Ik denk dat ik gewoon heel blij van binnen was.”